“We zijn met de dennenboompjes op de rug en met schop en spade door de stad getrokken, naar waar veel auto’s waren. We hebben de stoeptegels eruit gehaald en bomen geplant.” Nee, dit staat niet in een blog van een fervent deelnemer aan het NK Tegelwippen. Het is een citaat uit een artikel in Het Parool van april 1970 over een actie van de Kabouterbeweging in Amsterdam.
Onze hoofdstad werd in die jaren verblijd (of geteisterd, het is maar net hoe je er tegenaan kijkt), door ludieke acties van een groep maatschappijvernieuwers. Ze noemden zich kabouters en hadden een eigen staat-in-de-staat opgericht: de Oranje Vrijstaat met als boegbeeld Roel van Duyn.
„In 1972 begonnen we in Amsterdam met stadsboerderijen op plekken waar huizen waren gesloopt”, zegt hij in een interview met Trouw, „We legden schooltuinen aan en verwijderden straatklinkers voor geveltuintjes. Met het kabouterdepartement De Wandelende Tak gingen we de stad door om extra bomen te planten.”
Toen de Kabouters uit Amsterdam waren verdwenen, betekende dat ook het einde van De Wandelende Tak. Maar sinds iedereen zich steeds bewuster wordt van de klimaatverandering, is deze tak van de Kabouterbeweging als een Phoenix uit zijn as herrezen onder de naam ‘Actie Steenbreek’ (tegel eruit, groen erin). Elk jaar is er zelfs een heus NK Tegelwippen. Welke kabouter had dat ooit kunnen denken?
In onze regio maken de gemeenten Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard er serieus werk van. Er is een onderlinge strijd gaande om de Gouden Schep en de Gouden Tegels. Voorlopig ligt de Hoeksche Waard mijlenver voor. Maar dat kan nog veranderen, want de wedstrijd duurt nog tot eind oktober.
Met De Wandelende Tak is het overigens niet goed afgelopen. Binnen de kortste keren kwam de politie eraan, herinnert een van de deelnemers zich. „Agenten hebben de boompjes weggerukt en een paar kabouters gearresteerd en geslagen.”