Vandaag heb ik de luchtwachttoren in Strijensas beklommen. Nou ja, beklommen. Hij is amper 5 meter hoog en daarmee de laagste van Nederland. Voorlopig is dat nog voldoende om boven het landschap uit te torenen. Maar tegen de windmolens die elders in de Mariapolder in aanbouw zijn valt niet te concurreren.
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog stonden er 138 van dit soort torens in Nederland. Daar zijn er nog maar 17 van over. De torens werden bemand door luchtwachters. Het waren vrijwilligers uit de omgeving. Zij speurden de hemel af naar vijandelijke, Russische vliegtuigen die onder de radar het luchtruim wilden binnendringen.
Een bijzondere plek
De luchtwachttoren van Strijensas staat op de Oude Dijk aan het Hollandsch Diep. Na de watersnood van 1953 is de toren gebouwd op een kazemat die daar al sinds 1937 lag als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Bij elkaar zijn er langs het Hollands Diep 3 verschillende lagen van verdediging gestapeld. De dijk als bescherming tegen het water, een kazemat uit de periode vlak voor de Tweede Wereldoorlog en daar bovenop de luchtwachttoren uit de Koude Oorlog.
Raatbouw
Het merendeel van de luchtwachttorens is gebouwd van prefab schokbeton volgens het brutalistisch ogende raatbouw-systeem. Het lijkt op een soort gestapelde IKEA-kasten, maar dan in beton. De kosten moesten laag blijven, zowel voor bouw als onderhoud, en dat kon met deze bouwwijze. Architect Marten Zwaagstra ontwierp de torens in opdracht van het Ministerie van Oorlog en N.V. Schokbeton – uit Zwijndrecht- leverde de raatelementen.
De toren in Strijensas is gebruikt tot 1964. Hij vormde een vierhoek (luchtwachtkring) met de verdwenen luchtwachtposten in Klaaswaal, Zwijndrecht en Waalhaven (Rotterdam). De waarnemers rapporteerden aan het luchtwachtcentrum in Rotterdam.