Godfried Bomans (1913 – 1971) is 50 jaar dood. Zelf dacht hij, dat hij na vijftig jaar wel vergeten zou zijn als schrijver. Niets is minder waar. Onlangs bundelde Joost Prinsen op verzoek van het Godfried Bomans Genootschap een aantal essays en beschouwingen. Begin volgend jaar verschijnt een onbekend sprookje. Ruud in ’t Veld (62) was er bij toen de schrijver in 1967 het vakantiedorp ‘Wollewei’ in Westmaas bezocht, het schilderij uit ‘Erik of het Klein insectenboek’.
In de zomervakantie werd een weiland aan de Munnikendijk in Westmaas binnen een week omgetoverd in een insectendorp. Ruud was toen 8 jaar. „Ik herinner mij dat aan het begin van het terrein een grote schilderijlijst was gemaakt, zodat je als je het terrein opliep als het ware in een schilderij keek.” Samen met een paar broers en een aantal andere dorpsgenoten en vrienden bouwden ze in die week het gebouw van de mierenbrandweer.
‘Erik of het klein insectenboek’ gaat over Erik Pinksterblom, een jongetje dat via een schilderij in zijn slaapkamer (de ‘Wollewei’) terechtkomt in een fantasiewereld. In deze wereld kan hij praten met insecten. Het boek is verfilmd in 2004 en stond centraal in de campagne Nederland Leest van 2013. Het idee om ‘Wollewei’ tot leven te wekken kwam van maatschappelijk werker Cees Schot, verbonden aan het toenmalig streekcentrum De Beukenhof in Mijnsheerenland.
De voorgaande jaren had Schot ook de vakantiebesteding georganiseerd voor de schooljeugd van Westmaas. Nu wilde hij dit uitbreiden naar de gehele Hoeksche Waard. En met succes. Die week kwamen kinderen uit alle dorpen van het eiland naar Westmaas voor het bouwen van een insectendorp. Uit bergen afval fabriceerden ze in minder dan een week mierenhopen, bijenkorven, spinnenwebben en wormengangen.
Ruud denkt met plezier aan terug aan het insectendorp. „Het was een onbezorgde tijd, er was niet veel geld maar met oud sloophout en kromme spijkers maakten we er een heel gezellige week van.” Het bezoek van Godfried Bomans vormde het hoogtepunt van de week. Bomans was in de jaren 50 en 60 een gevierd schrijver. Het was dus ook voor het kleine dorp Westmaas een bijzondere gebeurtenis dat er zomaar een BN-er verscheen. Enkele dagen na zijn bezoek aan Westmaas schreef Bomans in zijn column in De Volkskrant: ‘Kinderen zijn altijd hartveroverend, maar ze vertederen mij het meest als ze zich in een situatie bevinden, die eigenlijk voor volwassenen bedoeld is. En dit was hier voortdurend het geval. Ik trad telkens als gast binnen en de kinderen hadden geen flauw idee wat ze eigenlijk met me aan moesten.’
Hieronder kun je de reportage bekijken die de NCRV maakte van het bezoek aan de Hoeksche Waard.
Godfried Bomans Genootschap
Godfried Bomans stierf op 22 december 1971 onverwacht aan een hartaanval. Hij werd 58 jaar, net zo oud als zijn grote held Charles Dickens werd. Een jaar na zijn dood is het Godfried Bomans Genootschap opgericht. Shishir Bestebreur is secretaris van het genootschap. Het toeval wil dat hij als kind opgroeide in Westmaas, op een steenworp afstand van het terrein waar ‘Wollewei’ tot leven kwam.
In 2005 maakte Shishir voor het eerst kennis met het werk van Bomans. Hij was toen betrokken bij de samenstelling van een DVD box over het verblijf van Bomans op Rottumerplaat in de zomer van 1971. Willem Ruis deed daar verslag van. Shishir weet nog precies hoe de voorzitter hem overhaalde om lid te worden: „Een Willem Ruisfan past heel goed bij het Godfried Bomans Genootschap.”
De televisieoptredens en het radioprogramma over Rottumerplaat vindt Sishir de hoogtepunten uit het oeuvre van Bomans.
Pim, Frits en Ida
In de jaren 60 schreef Bomans een serie van acht leesboekjes voor de lagere school: Pim, Frits en Ida. Met illustraties van Rien Poortvliet, die op dat moment nog onbekend was. Hele generaties kinderen zijn er mee opgegroeid.
Wim Schipper (77) was jarenlang onderwijzer aan openbare basisschool De Vlashoek in Westmaas. In de tijd dat het vak wereldoriëntatie in opkomst was, had hij geen behoefte aan een aparte methode voor dit nieuwe vak.
„In de boekjes van Bomans komen zoveel maatschappelijke zaken aan de orde, dat je daar genoeg lessen over kunt geven.”
Inmiddels nadert Wim Schipper zelf de leeftijd van meneer Wittebol, de onderwijzer van de jongens die in het laatste deel met pensioen is. Wim is nog steeds een fan van Bomans en haalt graag de woorden aan die meneer Wittebol sprak na zijn ballonavontuur met Pim: „De landkaart van Nederland lag onder ons. De jongen heeft op één dag meer geleerd dan ik hem in een maand had kunnen bijbrengen.”
De kinderen uit het boek beleefden een spannend avontuur in een grot, maakten kennis met oom Ferdinand, een oude zeebonk, en brachten angstige uren door in een luchtballon die op hol sloeg. „Het zijn verhalen die aansluiten aan bij de belangstelling en de ontwikkeling van kinderen. Ze leveren genoeg stof op tot discussie.”
Het verhaal over de ballonvaart is gebaseerd op een eigen ervaring van Godfried Bomans. Op Koninginnedag 1951 maakte hij samen met ballonvaarster Nini Boesman een ballonvaart. De ballon vertrok vanaf een hockeyveld in Bloemendaal, maar eindigde in zee door plotselinge rukwinden. De twee konden op het nippertje worden gered door de Zandvoortse Reddingsbrigade.
Eind jaren 70 verscheen er een artikel in Vrij Nederland waarin werd betwijfeld of dit gedicht wel van Bomans was. Het origineel zou zijn geschreven door Oostenrijkse schrijver Friedrich Torberg. Die eindigde zijn 'Ballade der grossen Müdigkeit' immers met: Ich möchte gern zwei kleine Hunde sein und mit einander spielen. In 2021 ontdekte voorzitter Fred Berendse van het Bomansgenootschap in het krantenarchief een publicatie van het complete gedicht in het katholieke jeugdblad De Linie van 4 april 1947, met daaronder de initialen G.B. Het gedicht kan dus hewoon blijven hangen in de Godfried Bomansstraat in Hengelo. In Oud-Beijerland is in de Poortwijk ook een straat vernoemd naar Godfried Bomans.